Aan het einde van de herfst is het de tijd om de nestkastjes schoon te maken. Haal het kastje van de muur of boom. Als je hem geopend hebt, verwijder je alle resten takjes, veertjes, dons en rommeltjes. Met een ketel kokend heet water overgiet je de binnenkant van het nestkastje, Daarbij is geen afwasmiddel, zeep of iets dergelijks nodig. Alle ongedierte zoals vlooien en luizen worden door het hete water gedood. Nu nog even flink uitborstelen en laten uitdrogen. De nestkast kan daarna weer opgehangen worden. In de wintermaanden mogen de vogels graag slapen in zo'n kastje. Het is er droog, windvrij en veilig. Sommige soorten slapen gezellig met meerdere tegelijk op zo'n beschermd plekje.
En straks in het voorjaar is je nestkast weer een toplocatie voor de kleine zangvogels.
